24 mei 2012

Bedrijfswagens - De Gedachte - De Morgen

dm column Dave Sinardet is politicoloog aan de universiteiten van Brussel (VUB en FUSL) en Antwerpen (UA). Zijn column verschijnt tweewekelijks.
  •  
    Schaf de fiscale voordelen af voor bedrijfswagens die niet voor het werk nodig zijn en herinvesteer in een daling van de lasten op arbeid
Mijn ochtendritueel kent één gouden regel: nooit de wekkerradio zetten op enkele minuten voor het uur of het half uur. Anders word ik geheid uit mijn slaap gesleurd door de radioreclame, waarvan drie minuten volstaan om meteen weer de gordijnen toe te trekken en de dekens onder te duiken, schuilend voor zoveel wreedheid in dit ondermaanse.

Bijgevolg ontwaak ik nu doorgaans op de tonen van een litanie aan verkeersfiles, die elke dag langer lijkt te worden. Wie het geluk heeft niet mee aan te schuiven, kan zo toch solidair meelijden.

Net zo kon de ochtendlijke Radio 1-luisteraar de voorbije maanden meeleven met de eigenaars van bedrijfswagens, een kleinood dat in menig politiek gesprek aan bod kwam. Dat kwam zo: bij haar zoektocht naar 12 miljard om de Belgische begroting Europa-proof te maken, had de federale regering het aangedurfd om 200 miljoen te vinden in een verhoging van de lasten op bedrijfswagens. Oké, het valt best te begrijpen dat wie zo'n wagen heeft over die maatregel niet in de wolken is en de uitvoering ervan verloopt ook krakkemikkig, maar het gejeremieer deed bij momenten vermoeden dat mensen verplicht werden om dagelijks op handen en voeten naar het werk te kruipen.

Raar genoeg legden ze op de radio nooit een bruggetje tussen de blokjes verkeersinformatie en bedrijfswagens. Nochtans zijn de gebelgde bezitter van een bedrijfswagen en de geïrriteerde chauffeur in de file vaak één en dezelfde persoon. Op de Brusselse ring is een op de twee auto's in de ochtendspits een bedrijfswagen. Volgens transporteconoom Bruno De Borger zou een afbouw van de bedrijfswagens met zelfs maar 10 procent het fileleed al wezenlijk doen dalen. Ze zijn in België veel talrijker dan in andere eurolanden en dankzij de vaak bijgeleverde gratis tankkaart wordt er bovendien meer mee gereden, één keer op drie voor privégebruik.

Dat komt omdat België ook Europees koploper is in het subsidiëren van bedrijfswagens: ze worden in ons land niet te veel maar net te weinig belast. Dat vindt alvast de Europese Commissie, zo lazen we dinsdag in De Tijd. Niet verrassend want de commissie zegt al langer dat we ons belastingssysteem moeten vergroenen. Gek genoeg kwam daarop geen reactie van de opiniemakers en politici die anders elk woord uit de Berlaymont terstond heilig verklaren. Toch wanneer het luidt dat de index moet herzien of de lasten op arbeid verlaagd. Europa blijft een handige supermarkt, waaruit men naar ideologische voorkeur kan shoppen.

Nochtans is het met die Europese aanbevelingen, om het met een politiek cliché te zeggen, niet 'of of' maar 'en en'. Bedrijfswagens lijken zo interessant omdat ze een goedkoop substituut zijn voor loon, waar in ons land veel te hoge lasten op rusten. En dus krijgen werknemers die een opslag willen in euro, er één uitbetaald in 'auto'. Willen of niet. Dit kost de overheid maar liefst 4 miljard per jaar. En zo is het uiteindelijk de belastingbetaler - ook degene die geen bedrijfswagen heeft -die betaalt voor de files waarin hij stilstaat, het fijn stof dat hij inademt en de economische en maatschappelijke schade die dat veroorzaakt.

De oplossing ligt voor de hand: schaf de fiscale voordelen af voor bedrijfswagens, tenzij voor vertegenwoordigers en anderen die ze écht nodig hebben, en herinvesteer de uitgespaarde miljarden in een daling van de lasten op arbeid (dan hoef je niet te wachten tot de economie weer optrekt, zoals vicepremier Vanackere dinsdag verklaarde). Zo beslist de overheid niet langer dat men werknemers best een wagen onder hun achterwerk schuift, maar krijgt iedereen de vrijheid zelf te beslissen wat hij met zijn opslag doet.

Helaas valt dit soort denkpistes blijkbaar buiten het blikveld van regering en sociale partners. Daar zit het echte probleem met het regeringsbeleid. Het is niet zozeer onevenwichtig, maar net té evenwichtig: partijen blijven steken in hun traditionele logica's en belangen waar ze vervolgens een compromis tussen maken.

Het fundamenteel herdenken van de nefaste absurditeiten in ons fiscaal systeem zou nochtans mooi passen in een nieuw en coherent 'verhaal' waarvan wordt gezegd dat partijen er dringend naar op zoek moeten.

Wie daarbovenop ook nog eens de radioreclame aanpakt, wacht zonder twijfel een roemrijke electorale toekomst.