21 maart 2014

Een gekregen paard moet je niet in de bek kijken?

Of moeten we de lat toch hoger leggen als we de mobiliteit voor de Deurnese inwoners willen verbeteren?

Op een een infoavond van de fietsersbond in buurthuis Dinamo op woensdag 19 maart bleek dat districtsschepen voor mobiliteit Tjerk Serkeris (N-VA) weliswaar niet helemaal Oost-Indisch doof was gebleven voor het voorstel van Groen om van de Van Hersbekelei een fietsstraat te maken.  Enkele maanden geleden werd dit voorstel nog afgeschoten en kwam de meerderheid met een alternatief plan om op de districtsfietsroute (fietsroute die alle Antwerpse districten moet verbinden) fietspaden en fietsstraten te realiseren. Maar nu bleek de Van Hersbekelei toch op de kaart ingekleurd te zijn als kandidaat-fietsstraat!

Die districtenfietsroute lijkt een mooi initiatief, en we schieten sommige onderdelen zoals overal (!) fietspaden op de Boekenberglei zeker niet af.  Maar u hoort ons al komen...  Wat is de toegevoegde waarde om van een vrij rustige lokale woonstraat zoals de Ruimtevaartlaan een fietsstraat te maken?  Is het verantwoord om onder het motto "dit is een missing link" daarvoor grote kosten  te maken?  Wees een verkeerstelling uit dat dit een grote behoefte is voor de dagelijkse fietser?
Het lijkt ons dat de keuzes van het district vooral bepaald worden door de beschikbaarheid van geld van de hogere overheden, en niet zozeer afgestemd zijn op de lokale behoeften.  Om dit te verklaren komen we weer eens uit bij de blijkbaar almachtige BAM, de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel.  In het Masterplan 2020 werd er een zg. volledige mobiliteitsoplossing voorop gesteld waarin bv. ook de tramlijnverlengingen en het verhogen van de bruggen van het Albertkanaal afgesproken werden.  Positieve maatregelen volgens ons die moeten toelaten dat er minder auto's en vrachtwagens over de wegen zullen rijden.
Ook aan de fietsers werd er gedacht, 1 % van het budget van de BAM moest gaan naar de verbetering of aanleg van voet- en fietspaden.  En daar wringt het schoentje.  Er werden ambitieuze doelstellingen bepaald die vooral op kwantiteit (zoveel kilometer fietspaden aanleggen binnen zoveel tijd) gericht zijn, die vooral window-dressing zijn, zonder echt te bekijken wat de winst voor de lokale fietser is.
Ook de Vlaamse overheid doet haar duit in het zakje, minister Crevits beloofde 33 snelle maatregelen (quick wins) waartussen er ook enkele die gericht zijn op een verbetering van de fietsmobiliteit.  In ons district is dat bv. de realisatie van een fietsersbrug over de Ruggeveldlaan.  Een mooi plan, want de Ruggeveldlaan is een nog meer harde, niet meer over te steken weg geworden voor fietsers door de aanleg van de tramlijn.  Als er dus een zeldzame dure maatregel ten voordele van de fietsers wordt gepland, moet er des te grondiger bekeken worden of wel de grootst mogelijke winst wordt gerealiseerd.  Uit het voorlopig ontwerp van het studiebureau blijkt dat de fietsbrug een verbinding wil maken tussen de Peter Benoitlaan (oostelijk van de Ruggeveldlaan parallel ten zuiden van de E313-E34) en de Vaartweg (eveneens zuidelijk parallel aan de autosnelweg maar dan westelijk van de Ruggeveldlaan).  Waar het studiebureau echter niet aan gedacht heeft (blijkbaar) is dat er ook fietsers zijn die vanuit het oosten komend, de Ruggeveldlaan willen kruisen om naar/door het Rivierenhof te fietsen.  Hieruit blijkt eens te meer dat plannen die klaargestoomd worden in Brusselse kabinetten geen maatwerk zijn en dat een echt overleg tussen de lokale verantwoordelijken en de organisaties die fietsers vertegenwoordigen meer dan wenselijk is.  Soms moet je een gekregen paard ook kritisch in de bek kijken en durven zeggen dat het beter moet kunnen.
De districtschepen is zich nochtans bewust van de mobiliteitsproblemen die er zijn in Deurne, en die nog zullen toenemen bij een ongewijzigd beleid.  Er wordt namelijk een groei van de Deurnese bevolking verwacht met zo'n 30 000 mensen tegen 2060, en als het huidige autobezit zich doorzet, dan betekent dat ook een toename van duizenden auto's (momenteel is er 1 personenwagen per 2,1 inwoners), en daarnaast (nog) zijn er nog de (lichte) vrachtwagens, enz.
Het is een illusie te denken dat ons district deze toename nog aankan, dan staan we met zijn allen permanent stil. Om dit om te buigen naar een mobiliteit waarbij iedereen, jong en oud, zich nog vrij kan bewegen en ontspannen moet er nu ingegrepen worden. Daarom pleit Groen voor drastische, goed doordachte duurzame maatregelen die nu al rekening houden met hoe we ons in de toekomst gaan voortbewegen.  En blijven vertrekken van een autovisie waarbij er altijd maar wordt uitgegaan van meer ruimte voor parkeerplaatsen, meer aandacht voor autodoorstroming, is kortzichtig.  Gelukkig zien we in de praktijk dat vele jonge gezinnen die in ons district komen wonen andere keuzes maken.  Als het beleid nu ook nog een voortrekkersrol zou opnemen, zijn we al een hele stap verder.